Ongeremd fietsen en een rondje in de kerk
‘Om als eerste over de streep te komen, heb je geen remmen nodig.’ Typisch een quote van de waaghalzen in het peloton. Je kent ze wel, die types die elke bocht buiten-binnen-buiten tot het gaatje gaan, terwijl jij je vervolgens het apelazarus moet trappen om weer bij ze in het wiel te komen. Of van zo’n hipster wielrenner op z’n fixie. Maar met zo’n fiets de openbare weg op gaan – ik vind het nodeloze stoerdoenerij.
Een wielrenfiets heeft een rem nodig – met good-old blokjes of een schijf. Zonder kom je niet eens heelhuids in de búúrt van de finish. Toch prikkelt de uitspraak me wel. Net als het jaarthema van de Meesterknecht, dat zaterdag werd gepresenteerd tijdens de seizoensopening in de Achterhoek: ‘ONGEREMD’. Een dag die eindigde met een rondje fietsen ín de kerk. Hoezo ongeremd?
We zitten met een man of 60 in de Zwiepse molen. Een sfeervolle en gastvrije locatie in Zwiep, gemeente Lochem. I kid you not. Als voorgerecht krijgen we een tweetal verhalen voorgeschoteld.
Het verhaal van de schuchtere Gideon, die weinig hoop heeft op een goede toekomst, nu een nietsontziende dictator zich meester heeft gemaakt van zijn land. Uit angst houdt hij zich verborgen in zijn dorpje in zoiets als de Achterhoek. In plaats van zich openlijk te verzetten, houdt hij het liever bij wat gerommel in de marge, buiten het zicht van de machthebbers.
En het verhaal van Thomas Dekker. Het type wielrenner dat bovenstaande uitspraak zou kunnen doen, met zijn Noord-Hollandse bravoure. Ongeremd stort hij zich in het wielerwereldje, waar zijn talent al snel herkend en erkend wordt. ‘Als wielrennen poker is, ben ik all-in.’ Nederland snakt naar een nieuwe tourwinnaar. Dekker lijkt er klaar voor.
Het kan verkeren. Dekker loopt tegen de lamp, na jarenlang dopinggebruik. Zijn wielercarrière vliegt uit de bocht, en zijn ego ligt volledig in de kreukels. Had-ie maar op tijd in de remmen geknepen…
Gideon krijgt de schrik van zijn leven, als een buitenaardse verschijning plotseling voor hem staat. ‘Ha, dappere strijder!’ zegt de stem. En hij bedoelt het niet eens ironisch. Gideon moet opstaan, en zijn land bevrijden van de dictator, is de boodschap. Gideon raakt overtuigd van zijn roeping, gooit al zijn remmen los en bevrijdt zijn volk van de ‘tirannie’.
Ik herken mezelf het meest in Gideon: geremd, afwachtend, en graag een beetje rommelend in de marge. Zo ben ik vandaag voor het eerst bij een activiteit van de Meesterknecht – na een jaar of anderhalf de kat uit de boom kijken. Typisch. Vorig jaar fietste ik de Muskathlon in Rwanda, maar het had heel wat voeten in de aarde voor ik besloot dat avontuur aan te gaan. Achteraf ben ik daar blij om: het was een fantastische reis, die ik nooit had willen missen.
Een aantal mede-Muskathleten werd vervolgens lid bij De Meesterknecht, anderen waren dat al. Ik besloot nog wat langer de kat uit de boom te kijken. Tot ik voor de vijfde keer een uitnodiging kreeg om mee te gaan met de seizoensopening. Het moest er maar eens van komen.
Dat afwachtende zit voor een deel in mijn karakter. Bovendien zit ik sinds een paar jaar niet meer zo lekker op mijn plek in het evangelische wereldje. Jezus als mijn vriend, het najagen van genezing, de überpersoonlijke God die louter voorspoed en overvloed belooft: ik kan er niets meer mee. Dat maakt mij aarzelend om aan te haken bij uitgesproken christelijke initiatieven in de evangelische hoek.
Dat ik hier vandaag toch ben, heeft veel te maken met de kernwaarden van De Meesterknecht: Inspiratie, Prestatie en Relatie. Die stonden ook centraal tijdens de Muskathlon in Rwanda. Uitdagende routes fietsen en praten over wat ertoe doet in het leven – het blijkt een gouden combinatie.
Bovendien wordt door de mensen achter De Meesterknecht goed nagedacht over de inhoud van het programma. Dat lees ik in de blogs, en merkte ik zelf ook in Rwanda. In plaats van preken, staan vooral verhalen, rituelen en interactie centraal. Dat spreekt me aan. Samen nadenken over vragen die ertoe doen, in plaats van een verhaal van drie kwartier van een man met alle antwoorden. En God ontmoeten in de ervaring, zonder er al te veel woorden aan vuil te maken.
Die ervaring bestaat vandaag in eerste instantie vooral uit jakkeren op de fiets. We kunnen kiezen uit de snelle groep, de langzame groep en de middengroep. Ik kies voor het gouden midden, maar echt gemiddeld is de snelheid niet. Met name wanneer de kilometers bij mij al beginnen te tellen, gaan bij sommigen alle remmen los. ‘Aanklampen’ was toch het thema van het vorige seizoen, vraag ik me hijgend af? Ook krijgen we de opdracht om drie keer achter elkaar de Needse Berg op te sprinten, voluit, op het buitenblad. Na één keer is de pijp al aardig leeg bij mij.
Ik ben dan ook blij als we de Gudulakerk in het zicht krijgen. Bij deze prachtige, oude kerk van Lochem is vandaag de finishlijn getrokken. Tot mijn verwondering mogen we er met fiets en al naar binnen. Nog verbaasder ben ik, wanneer de prachtige klanken van het orgel mijn oren vullen: ‘Jesu, joy of man’s desiring’, van Bach. Het brengt me in 1 seconde terug naar mijn gereformeerde jeugd: dit speelde ik zelf ook, toen ik als tiener nog organist in opleiding was…
Terwijl de meesten van ons gezellig napraten met een kop koffie in de hand, neem ik even een moment voor mezelf, bij het altaar voor in de kerk. Er ligt een paars kleed overheen, met een soort bloemstuk met veel hout erop en een brandende kaars. Waarschijnlijk in verband met de veertigdagentijd. ‘Jezus laat zich niet verleiden door de glans en schittering die hem getoond worden’, staat er. En: ‘Sterker dan alle machten is de kracht van Gods liefde: sta in die kracht.’ Ik laat me raken door deze woorden, en denk: ja, deze Jezus, deze liefde, deze kracht: daar wil ik deel aan hebben.
Dan volgt nog een mooi gezamenlijk moment, waarin we met een korte overdenking teruggebracht worden bij het verhaal van Gideon: wat is jouw strijd? Jouw passie? Waar kun jij je voor inzetten, waar mogen bij jou de remmen los? Na deze mooie vragen volgt de zegen. Ook die brengt me terug bij mijn jeugd. De zegen – dat was altijd hét moment waarop ik God kon vóelen. Zo ook nu. Ik houd mijn handen op om de zegen ontvangen, en sla een kruisje.
In de hoek van de kerk brand ik nog even een kaarsje voor mijn familie. Dan pakken we de fiets. Thom – één van mijn Muskathlon-maatjes, en net als ik iemand die de kans grijpt om deze kerk goed te ‘voelen’ – besluit een rondje door het gangpad te fietsen. Gewoon, omdat het kan. Ik kan het niet nalaten om hem te volgen. Een rondje om de kerk is leuk, maar een rondje ín de kerk – dat is bijzonder.
Ik schrijf deze blog op zondag, terwijl ik ook in de kerk had kunnen zitten. Daar ben ik niet vaak meer te vinden, eerlijk gezegd. Liever dan massale samenzang en lange preken te ondergaan, zoek ik de spirituele ervaring tegenwoordig buiten in de natuur, in kleine rituelen, in sterke verhalen en in verdiepende gesprekken. De fietsdag met De Meesterknecht had wat dat betreft alle elementen van mijn ideale kerk. Soms mijmer ik over zoiets als een #fietskerk. Maar eigenlijk is die er al.
Ik ben nog geen lid. Maar ik heb me al wel opgegeven om mee te gaan met de Ronde van Vlaanderen. Ik heb er zin in. Misschien is het tijd om me helemaal te gaan storten in dit nieuwe avontuur. Ongeremd…
Maarten