Dienen tijdens Kuurne Brussel Kuurne
Weinigen kunnen het ons nazeggen: wij hebben dit voorjaar nog een klassieker gereden; Kuurne-Brussel-Kuurne. In meerdere opzichten een unieke gebeurtenis. Allereerst omdat het op zaterdag 29 februari plaatsvond – hoe vaak maak je dat nu mee? Daarnaast omdat nadien nagenoeg alle cyclo’s, toertochten en koersen zijn afgelast om verspreiding van het Corona-virus zo veel mogelijk te voorkomen.
Op 29 februari reden wij met een uitgedund pelotonnetje van 7 meesterknechten vanuit Kuurne door de Vlaamse Ardennen. Een meesterknecht bleef achter bij de startlocatie en heeft daar genoten van de Vlaamse wielersfeer die er heerste die dag. Maar goed, 7 man op de fiets. Tot het eerste rustpunt zouden we een beetje bij elkaar blijven. Maar de uitdaging begon al snel. Waar de een zich als een kalf in de lente-wei voelde, voelde de ander al snel kramp in zijn benen. Na zo’n 20 kilometer begon het ‘naar elkaar kijken’, het ‘elkaar polsen’ en de eerste onuitgesproken frustraties ontstonden her en der.
Want, dat viel mij zo op aan die dag. Ikzelf was fris en fit en had enorm veel zin om lekker met de gashendel open, te gaan. Maar ja, we hadden afgesproken om bij elkaar te blijven, een beetje te letten op elkaar. Dus, na enkele klimmetjes of zware stukken tegen de wind in, toch maar weer even aan de kant en wachten. Ik voelde bij mijzelf wat frustraties opkomen. Maar sprak ze maar niet uit. Daar was het niet de tijd voor en het was ook helemaal niet nodig.
Toch, na de eerste stop nam ik het initiatief om met elkaar even af te stemmen of we continu op elkaar zouden wachten, of dat het ook prima was om bij de volgende stop elkaar weer te ontmoeten.
De afspraak werd gewijzigd en we zouden elkaar bij elke stop zien. Zo gezegd zo gedaan. Maar waarom stelde ik die vraag? Ik wilde graag zelf lekker fietsen en had niet zo’n zin om mijn dag door het (gebrek aan) fietsritme van een ander te laten bepalen. Hmm, best egoïstisch en niet echt meesterknecht-waardig.
Maar, na die afspraak voelde het fietsen al wat losser, iets meer in de verwachting die ik van die dag had. Samen met een andere meesterknecht wisten we elkaar wat uit te dagen om lekker de gang erin te houden. Maar, dit betekende wel dat we al bij het eerstvolgende klimmetje na een stop weer de rest achter ons lieten. Was dit nu de bedoeling? Geven we hier nu het goede voorbeeld mee als meesterknechten? Hmm, het bleef wat schuren…
Na de derde stop waren we met z’n tweeën weer snel vertrokken en troffen we bij kans ook nog eens een amateurgroepje wat er lekker de wind onder had. Of, beter gezegd, we konden lekker met ze mee hangen tegen de wind in. Af en toe met de tong op het stuur op de kant rijden, maar we bleven in het wiel. Met als effect dat er een nog groter gat ontstond tot de volgende stop. Na een flinke regenbui op ons hoofd, werd dat nog eens dubbel afzien, want tenslotte warm je zeker niet op tijdens een tussenstop. Hmm, wat staat er ook al weer op mijn broek? Renners die durven dienen…?
Hadden we die kou, dat rillende in de natte kleren niet geheel aan onszelf te wijten? Was dit nu het dienen wat bij een meesterknecht hoort? Ik kon die dag mijn eigen lusten niet bedwingen en greep elke kans aan om zoveel als mogelijk mijn eigen ritme aan te houden. Graag werd ik gediend door mijn medevluchter die dag, of door dat groepje amateurs die er zo lekker de gang in had…
Op de weg terug in de auto zat ik in mijn eentje te mijmeren over de heerlijke fietsdag. Was het heerlijk? Was het eerlijk? Was dit het gedrag dat wij voor ogen hebben met alle onze activiteiten?
“Zo zal het bij jullie niet mogen gaan. Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de ander moeten dienen en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen…” – Math. 20:26-28
Bij de oprichting van de vereniging zo’n vijf jaar geleden hadden we een ding voor ogen, dat op een prachtige manier geland is in onze slogan: De Meesterknecht – renners die durven dienen. Daar pastdeze bijbeltekst uitstekend bij, een tekst die het DNA van de vereniging weergeeft.
Ik heb nog veel te leren, elke dag weer.
Bart van der Vegte