Grenzen

Wouter Lieffijn schreef naar aanleiding van een MTB hoogtestage onderstaande inspirerende blog…
Hoe lees jij dit? Herkenbaar?

Jordy en ik spraken elkaar voor het eerst in de Eifel. We hadden allebei een verhaal waarin we werden geconfronteerd met onze grenzen. Op een dag kreeg Jordy een hersenbloeding. De ene dag was hij nog springlevend en de volgende dag nog net niet dood. Volgens de artsen één derde kans op overlijden en de overige twee derde kans op een leven als kasplantje. Maar Jordy fietst nu op z’n mountainbike door de Eifel. Wat is er gebeurd? Dag in dag uit lag Jordy op z’n bed. Maar op een dag vroeg hij zich af, kan ik op de rand van m’n bed gaan zitten? Toen dat eenmaal lukte, kan ik ook uit m’n bed komen? En daarna, kan ik dan kruipen? En kan ik me optrekken aan het bureau? Kan ik op krukken lopen? Kan ik langs de muren lopen? Kan ik weer gewoon lopen? Kan ik weer fietsen?

En uiteindelijk negen jaar later, kan ik mee naar de Eifel?

Mijn verhaal liep anders. Wanneer het begon is onduidelijk, maar op een dag vroeg ik me af waarom ik voortdurend vermoeid en verkrampt was. De ene dokter zei dit, de andere zei dat. Leer ermee leven. Pas zeven jaar later bleek dat mijn immuunsysteem op hol slaat door bepaalde granen zoals tarwe. Daardoor verkeerde mijn lichaam in permanente staat van oorlog. Zoals een griep die nooit ophoudt. Voorheen fietste ik zonder al te veel moeite m’n rondjes op het parkoers in Schoorl. Maar op een dag lukte dat niet meer. Dan maar een rondje minder. En nog een rondje minder. Dan maar een half rondje. Toen zelfs dat halve rondje niet meer lukte, ging ik wandelen. Ook dat wandelen deed soms pijn. Toch wilde ik blijven bewegen. Maar ook ik fiets nu door de Eifel. Want met een glutenvrij dieet kon ik langzamerhand weer herstellen. Daarom was dit weekend een mijlpaal.

Jordy en ik werden allebei stevig geconfronteerd met onze grenzen. Dan sta je zomaar voor de keuze hoe je daarmee omgaat. Jordy hoorde dat hij hooguit zou kunnen leven als kasplantje. Toch probeerde hij op de rand van zijn bed te gaan zitten. Dat was een eerste stap zodat hij nu door de Eifel kan fietsen. Ik hoorde dat ik maar ermee moest leren leven. Toch wilde ik blijven bewegen. Als je wordt geconfronteerd met je grenzen en je wilt niet in een gat vallen, dan zul je moeten leren het beste ervan te maken. En dat doe je door te proberen wat je nog meer kunt. Of te proberen wat je nog wel kunt. Soms heb je helemaal geen zin, soms ga je ervoor. Soms lukt het wel, soms ook niet. Soms betekent dat grenzen aanvaarden, soms grenzen opzoeken, soms grenzen verleggen, soms tegen grenzen oplopen.

Niet iedereen wordt zo geconfronteerd met z’n eigen grenzen. Gelukkig hebben we een Meesterknechtweekend! Als we maar hard genoeg klimmen en snel genoeg dalen, dan komen we vanzelf onze grenzen tegen. Of een boom. Niet dat we roekeloos moeten rijden, maar het kan best gezond zijn om eens te merken wat je grenzen zijn en vooral ook te merken hoe je daarop reageert. Wat doet je lichaam? Wat gaat er door je hoofd? Wat zeg je tegen jezelf? Raak je gefrustreerd? Wordt je bang? Of kom je juist tot leven? En zijn je grenzen wel echte grenzen? Of kan en durf je toch meer dan je denkt? Als we onze grenzen opzoeken, dan merken we ook dat sommige van onze zogenaamde grenzen eigenlijk niet eens bestaan. Maar wie of wat heeft jou dan die grenzen gesteld? En waarom? En we leren respecteren de grenzen die echt bestaan. Zoals bovengenoemde boom, liefst zonder die te hebben geraakt.

Tenslotte nog een christelijke sausje. Er wordt weleens gezegd dat het leven pas echt begint waar we leren God te vertrouwen. En er wordt gezegd dat we pas echt leren God te vertrouwen waar we zijn opgelopen tegen onze eigen grenzen en daarom aangewezen zijn op God. Tegen welke grenzen loop jij op? Wat kan God daarin betekenen?

De Meesterknecht