Het verhaal van de Meesterknecht

Een knecht is een renner die zijn kopman bijstaat. Een renner waar vaak de minste aandacht naar uit gaat, maar zonder die renner zou de koers niet zijn wat de koers is. Deze renner, de knecht, kenmerkt zich door alles in het werk te stellen om de kopman in een zo goed mogelijke positie aan de finale te laten beginnen. Dit doet deze renner door het doen van kopwerk (voorop rijden in het peloton), door een vlucht van een ander ongedaan te maken, door het uit de wind houden van de kopman, door water te halen bij de volgwagen en door het bijstaan van de kopman bij pech (bijvoorbeeld door een wiel of zijn fiets af te staan of de kopman op sleeptouw te nemen terug naar de staart van het peloton).

Er bestaat echter nog een renner die nog dichter bij de kopman staat. Deze renner komt later in actie dan de andere knechten en moet de kopman zo lang mogelijk bijstaan en helpen. In de finale van de wedstrijd kan deze renner kopwerk verrichten om de kopman terug te brengen voor de overwinning of een tempo ontwikkelen op kop om een kopgroep uit te dunnen. Hoewel deze renner zelf ook goede resultaten zou kunnen behalen als hij voor zichzelf zou rijden, cijfert deze renner zijn eigen ambities helemaal weg te dienste van zijn kopman. We noemen deze renner een Meesterknecht.

Een (meester)knecht neemt in het fietsen dus een dienende rol aan. Als we echter kijken naar het woord knecht, heeft dit in de huidige samenleving een negatieve klank. We zien knechten vaak meer als iets slaafs, niet per se iets om trots op te zijn. We associëren het met onderdanigheid, iets waar we met onze vrijgevochtenheid moeilijk mee kunnen dealen. Toch zien we aan het verhaal hierboven dat we het mogen associëren met toewijding. Een knecht is in iemand die zijn eigen talenten inzet om iemand anders ten volle tot ontplooiing te laten komen. Met andere woorden een knecht stelt zich dienstbaar op ten bate van de ontwikkeling van een ander.

We willen dit jaar stilstaan bij Meesterknecht zijn. Een meesterknecht kenmerkt zich als degene die zijn eigen ambities opgeeft voor de winst van anderen. In de komende periode willen we jullie middels verschillende blogs, inspiratiemomenten en gesprekken verder meenemen in het thema dienen. Dienen is een werkwoord, het kan misschien activistisch overkomen. We willen echter verder gaan dan het te spiegelen in wat we doen. In de kern is dienen een woord van toewijding. Zoals is Psalm 119:139 staat: Ik brand van verlangen om U te dienen…

Doen, durven of waarheid
Ken je dat spelletje nog van vroeger? Doen, durven of de waarheid? Als je echt lef had zei je waarheid of doen. Durven kon je nog bij opscheppen, maar waarheid, poeh ga er maar aan staan en als je zei doen, nou dan was er geen weg meer terug. Maar als ik deze vraag nu aan jouw zou stellen: Doen, durf of de waarheid? Voor welke optie zou jij dan gaan met het thema in gedachten?

Als jij kiest voor ‘waarheid’ stel jezelf dan eens de vraag: Ben ik een dienende knecht van de Meester? Wat zou dan hierop jouw antwoord zijn?

Als jij kiest voor ‘durven’, stel jezelf dan eens de vraag: Voor wie durf ik er te zijn? Durf ik mijn eigen ambities op te geven? Durf ik als ik helemaal kapot zit toch nog een laatste beurt op kop te rijden? Of durf ik mij af te laten zakken en mijn ritme aan te passen aan de persoon die minder makkelijk meekomt? Durf ik echt te dienen? Wat zou dan hierop jouw antwoord zijn?

Als jij kiest voor ‘doen’, breng dan in de praktijk wat op onze kleding staat. Dat jij een voorbeeld bent voor anderen en door jouw doen en laten hen inspireert om een dienend leven te leiden.

Knecht of Meesterknecht
Natuurlijk kunnen we in ons leven niet voor iedereen een Meesterknecht zijn. Dat zou teveel van ons vragen. Net als profrenners niet in een wedstrijd meerdere kopmannen hebben waarvoor ze tegelijk kunnen werken. In deze introductie van het jaarthema dagen wij je uit om jezelf het volgende af te vragen:

  1. Voor welke mensen wil ik een Meesterknecht zijn? Wellicht dat er al langere tijd een naam in je gedachten rondgaat waar jij graag voor klaar wil staan. Dichtbij, of verder weg. Zet deze op je A-lijst;
  2. Voor wie wil ik een knecht zijn? Welke mensen die jij kent zet je op de B-lijst? Mensen die je niet aan de kant schuift, maar waar je als een gewone knecht voor wilt zijn, even uit de wind houden, even helpen de band te wisselen, kleine gebaren met een grote impact.


Tot slot een toegift:

“Dien elkaar met de gaven die God uit liefde aan een ieder van jullie heeft gegeven, want dat is waarvoor God al die soorten gaven gegeven heeft.” – 1 Petrus 4:10 BB

David Catsburg

De Meesterknecht