Ik was mijn handen – in schuld.

Zodra ik de supermarkt inloop staart een aanplak biljet mij aan: ‘Handen wassen voordat u verder de supermarkt in gaat’. Ik was mijn handen en bedenk me hoe vaak ik dat vandaag al deed. Ik kom er in gedachten niet uit en loop verder. Het is druk, te druk, het hamsteren is nog niet voorbij constateer ik. En terwijl ik al dromend doorloop, schrik ik op “Meneer mag ik er even bij” vraagt een vakkenvuller. Ja hoor antwoord ik en ik stap twee meter naar achteren. Afstand houden denk ik…..Het zweet staat letterlijk op zijn voorhoofd, harder werken kan hij niet.

Nog geen week geleden leken we er met z’n allen nog wel aardig nuchter onder. Ja, er waren al wel wat aanpassingen en de aantallen besmette Corona patiënten logen er niet om. Maar het is pas sinds vorig weekend dat het land echt wakker werd. Scholen en horeca dicht, thuis werken, social distance, het zette de samenleving afgelopen week op z’n kop. Maar er is ook al snel een Rotterdamse mentaliteit merkbaar: niet lullen, maar poetsen. Werken en creatief op zoek naar oplossingen.

Zo ook alle goed bedoelde initiatieven vanuit christelijke hoek. Verbazingwekkend hoe snel kerkdiensten ook digitaal goed kunnen worden neergezet. (Ik zie mogelijkheden voor een duurzamere inrichting in de toekomst) Complete bands en sprekers staan op grote podia voor lege zalen, livestreams worden opgetuigd, inclusief de rookmachines. Daarnaast is er natuurlijk ook gelijk de goed bedoelde diaconale actie of liefdadigheid zo u wilt: Wie heeft hulp nodig? Je bent niet alleen…we komen je helpen! Nieuwe initiatieven zien het licht en bestaande initiatieven zoeken een nog groter podium. Diaconale en missionaire organisaties die normaal gesproken nabij zijn, laten per direct van zich horen: “ we zijn ook nu, digitaal, nabij…we komen je digitaal helpen.”

Ik was mijn handen…en stroop mijn mouwen op. Ik word tot afstand gedwongen, maar kom toch met een stichting nabij. Waar komt dit toch in hemelsnaam vandaan? Dat activistische, podiumzoekende ongeduld. De situatie is nog niet de situatie of we hebben er al weer vele liefdadigheid stichtingen bij. De samenleving zoekt haar weg, zoekend en kreunend draaien vitale delen door. Zonder daar überhaupt bij aan te sluiten brengt de ene prediker na de andere prediker grote podia via livestreams in beeld. DE ‘goede boodschap word gebracht; “God is groot, juist nu! God wil je angst wegnemen, juist nu! God geeft vertrouwen in een nieuwe wereld, juist nu!”

Alsjeblieft zeg …Mag het ook allemaal even kapot zijn? Mag er ook een tijd zijn dat het niet recht is, maar onrechtvaardig? Mag er een tijd zijn van lijden, van pijn en van groot onbegrip? Mag ik zelf ook even de tijd hebben om angstig te zijn en onzeker?
Ja, dat doet zeer en is lastig, maar dat is toch ook wat God geeft? Het lijkt wel alsof we met z’n allen de pijn in ons hart willen vermijden door te vluchten in onze handen (en ons hoofd?). Alsof wij de wereld moeten redden, alsof God afhankelijk is van onze zweetdruppels? Als God een situatie geeft waarin we letterlijk afstand moeten houden, zullen we Hem dan gewoon de ruimte geven? Het zou wel eens verrassend mooi kunnen uitpakken, God is zoveel groter dan onze live-streams. God werkt juist in de meest bizarre situaties, waarin mensen weer op Hem terugvallen. Neem afstand, was je handen, bouw mee via bestaande systemen in de samenleving.

“Vrouw zie uw zoon, zoon zie uw moeder” zei Jezus op het moment dat het grootste onrecht plaats vond en Hij de mensen aankeek van wie Hij zoveel hield. Onschuldig werd Hij veroordeeld en Jezus pleitte niet voor een nieuwe stichting of voor een actieprogramma om dat onrecht aan te pakken. Dat zou rakelings langs het hart gaan, naar de handen. Nee, Jezus maakte het klein, dichtbij het eigen hart en door het beeld van een bestaand systeem heen, een moeder-zoon relatie. Kijk om je heen, wie staat er naast je? Voor wie kun je een moeder of een zoon zijn? Kun je voor hem / voor haar misschien iets betekenen in deze Corona crisis? Maar, houd afstand en geef God de ruimte om te werken!

De Meester kijkt, terwijl de man naast hem naar de waskom loopt. Het zweet staat ook nu op Zijn voorhoofd, waar zojuist hetzelfde zweet nog bloed was. De man wast zijn handen en schreeuwt tegen het volk: “Ik was mijn handen in onschuld”. Hij moest eens weten, terwijl hij zijn handen schoon wast en zijn mouwen weer opstroopt, neemt de Meester naast hem alles op zich, Hij is besmet. Onrecht, uitbuiting , armoede, geweld, virussen….het ligt in Zijn handen. Hij redt de wereld! Niet wij…

Gert Knijnenberg

De Meesterknecht