Wie heeft de tijd, want het is zo voorbij
Groningen, seizoenafsluiting 2018
Het land van kronkelweggetjes, dijken en terpen
Het land van grind in de bochten
Het land waar de wind ons hard laat werken
Het land waar een brug open staat, de boot al lang verdwenen
Het land liggend tussen land en zee
Het land waar tijd een andere dimensie heeft
Het land van onze Meester, Hij gaat met ons mee
Op een mooie nazomer zaterdag in oktober zoeken een kleine honderd man en vrouw elkaar op. Twee gedeelde passies maken dat ze het land van Groningen komen opzoeken. In een groep, als stel of eenlingen die samen stil staan bij het thema cadans, met Prediker 3 als basis. Voor alles is een tijd. Vandaag verder uitgewerkt met als gedachte “Is er nog tijd om te leven? Zo voorbij, zo voorbij. Wie heeft de tijd, want het is zo voorbij.”.
In de snelle groep zat het tempo er meteen behoorlijk in. Hard trappend om de tijd even te vergeten. Je te verliezen in het zuur in de benen. Onrustig en onstuimig, fietspad op, fietspad af. Het roepen van voor, tegen of achter verstilt in de groep. Concentratie en focus, de benen draaien, de cadans wordt gezocht.
Eerste pitstop. Stil staan is niet mijn sterkste kant. Het liefst ga ik door en door. Als je stil staat, kruipt de tijd. Als je stil staat, gaan je gedachten verder daar waar je ze misschien net even had geparkeerd. Dan hoor je over de twijfel van de wetenschapper. Het liefst wil je dan tegen hem zeggen dat je geen wetenschapper hoeft te zijn, om te twijfelen. Broeder, ik twijfel heerlijk met je mee. Het zou fijn zijn als het geloof te vatten zou zijn in eentjes en nullen. De wetenschap is, dat zelfs tijd relatief is en hadden we het geloof er beter van begrepen?
We rijden Friesland in, Dokkum staat op een van de borden. Mijn gedachten wijken even naar Bonifatius die op tachtig jarige leeftijd op pad ging om het geloof onder de Friezen te brengen. Helaas heeft het boek hem niet beschermd, gelukkig was even daarvoor een helm wel de redding van een van de rappe mannen. Zo’n grote sterke beer – fietste net naast mij – haakte in een bocht zijn voorwiel in de achterwiel van degene voor hem. Hoog rees hij boven mij uit, de tijd stond even stil, daarna een klap. ‘Je hoort er als wielrenner ook pas echt bij als je een keer je sleutelbeen hebt gebroken’ zegt men. Helaas voor onze broeder de derde keer.
Dertig minuten later zijn we weer onderweg. De een met adrenaline, de ander met pap in zijn benen. Ieder verwekt tegenslag op zijn of haar manier. Langzaam komt de cadans weer terug. Doortrappen onder aan de dijk langs het oog. Even de benen vol laten draaien, brommertjes zijn we met een kruissnelheid van veertig kilometer plus. Knechten is het niet meer, het is gaan en zorgen dat je erbij zit. Het landschap vliegt voorbij, net als de tijd. Is dat ook niet wat we in het leven soms doen, zo hard doorgaan dat we vergeten de tijd te nemen voor onze omgeving. Vergeten tijd te nemen voor de Meester en vergeten wat we zijn, een Meesterknecht.
De tweede pitstop komt te snel. De controlfreak komt in mij boven, even regelen dat we kort stoppen, gelukkig doen we het ook, toch? Stil staan hebben we al teveel gedaan. Achteraf bedenk ik dat ik misschien soms wat meer moet stil staan. Even de tijd moet nemen om te leven, want het is zo voorbij. Ik zit dan vast in mijn eigen boom en vergeet af te dalen naar de Meester die mij roept. Ik heb toch valide excuses, of blijf ik nu vast zitten in de cadans van het leven?
We hebben nog een dikke vijftig kilometers voor de wielen. Draaien en keren. Windje mee, windje tegen. Terpje op, terpje af. De zon laat zijn majestueuze stralen langs de wolken glijden, een knipoog van de Meester, Ik ben (erbij). Een groep werkende renners door de groene en paarse velden. Nog even genieten van Groningen, voordat we weer honderden kilometers naar het zuidwesten af dalen. Nog even de benen vol laten lopen.
Nog even proeven van de cadans. Nog even, want dan zijn we alweer ingehaald door de tijd. De tijd staat niet stil. Toch zijn de momenten dat tijd niet van belang is, momenten dat we mogen dienen als we durven. Gelukkig weet ik wie de tijd heeft en Hij wacht alleen nog op mij, één van de Meesterknechten.
Als we weer terug zijn in Groningen en ik de rit bekijk op Strava, denk ik na over de titel voor de rit. ‘Rondje Groningen met Mk’. Dan bedenk ik me ineens hoeveel symboliek er in het logo van onze fietsvereniging zit. De hoofdletter M van onze Meester. Daar draait het om, daar moet de basis zitten van de cadans in mijn leven. Als ik durf te dienen kan hij de Meester zijn, kan hij de Hoofdletter zijn van mijn leven. Meester, met als betekenis iemand die je boven jezelf stelt. Het knechtenwerk in het wielerpeloton laat dit ook duidelijk zien. De knechten stellen hun koers, hun werk, af op dat van de kopman. Hoe stel ik de koers in mijn leven af op dat van mijn Meester?
David Catsburg